consumentgericht bouwen
Gepubliceerd: 21-06-2007 Laatste update: 26-12-2018

Blijft de consument het traditionele pad via architect naar de aannemer bewandelen of raken industriële producten juist in zwang? En kunnen we daarbij wat van andere branches, zoals de auto-industrie, leren?

confectie of maatkostuum?

Al gedurende decennia wordt de auto-industrie vergeleken met de bouw. Even zo vaak wordt bepleit dat deze vergelijking niet terecht is. De reden van dit aanvechten is vaak gebaseerd op de stelling, dat men in de auto-industrie flexibiliteit ‘slechts’ ziet als de keuze uit opties (optionele standaardisatie).
Daar is wel wat tegenover te stellen. Door de combinatiemogelijkheden, zijn bijna geen twee auto’s identiek. Toegegeven, niemand vraagt bij het kopen van een auto of de afronding in de motorkap iets scherper kan worden uitgevoerd. In de bouw is dat wel heel gewoon. Een gebouw kun je net als een maatkostuum volledig naar je hand zetten en dat vergt een andere aanpak, maar het leidt ook tot een andere prijs. Bedenk maar eens wat er zou gebeuren als we de auto op maat zouden laten ontwerpen, werktekeningen laten maken, adviseurs erbij zouden halen, de auto door de overheid laten keuren, de leidingen door de installateur zouden laten aanbrengen en wegwerken, etcetera. Die auto zou tonnen gaan kosten.

Henri Ford

Aan het begin van de 20e eeuw bestonden er al enkele honderden autoproducenten. Net als in de bouw werd de auto volledig op maat gemaakt en mede daardoor ging het vaak per producent om enkele of enkele tientallen per jaar. Henri Ford sprong in 1904 in het diepe door te veronderstellen dat als hij industrieel ging produceren hij een aantrekkelijke prijs kon bieden en dat hij aldus een bredere markt kon aanboren.
Hij kreeg gelijk. Zijn formule werkte, zij het dat hij zeer strikt aan een standaard product vasthield. Als een klant specifieke wensen had, moesten ze het achteraf maar op eigen initiatief veranderen. In die tijd accepteerde de, overigens nog zeer elitaire, klant dat.
De auto-industrie is geëvolueerd. De auto op maat bestaat ook nog, maar de consument is tevreden met de aangeboden keuzemogelijkheden. Een breed aanbod van merken en types en daarbinnen opties zoals bekleding, kleur en functies zorgt ervoor dat de consument zich totaal niet belemmerd voelt in zijn mogelijkheden. De behoefte om de motorkap iets scherper uit te voeren bestaat helemaal niet. Het ontwerp klopt zoals het is. Dat is geen toeval, want industrieel ontwerpers hebben zich daar al over gebogen. Bij kleding is het nagenoeg identiek verlopen. Het maatkostuum bestaat nog, maar de consument gaat liever naar retailers als C&A, P&C, Wehkamp, of wellicht ook iets exclusievere of doelgroep gerichte confectieaanbieders. Hij/zij treft daar een welhaast onuitputtelijk betaalbaar aanbod aan. Maatwerk is niet alleen financieel voor weinigen weggelegd, maar het vergt ook meer van je als klant. Je moet immers bij het briefen van een ontwerper al heel goed onder woorden kunnen brengen wat je zelf wilt en je moet het ontwerp- en maakproces ook goed volgen. En dan nog zit je met de vraag of je voorstellingsvermogen klopt met wat je straks echt krijgt? Het blijft dan spannend tot het laatste moment.

cataloguswoning

In het kader van consumentgericht bouwen komen thans de catalogusbouwers of prefab bouwers op. Consumenten juichen dat toe. Ca. de helft van de particuliere initiatiefnemers zou nu voor een prefab woning kiezen, zo blijkt uit marktonderzoek.
Als belangrijkste reden geldt dat men de traditionele route via architect, aannemer etc. te onzeker vindt. Wat krijg je voor welk bedrag? Bovendien ben je tenminste anderhalf jaar verder voordat je kunt gaan wonen. Optionele standaardisatie (keuze uit een groot aanbod) of mengvormen van standaardisatie met klantgerichte aanpassingen lijken als marketing benadering zeer kansrijk te zijn. Bij uitstek architecten verzetten zich en maken zich zorgen over het toekomstbeeld van het Nederlandse woningbouw landschap (en de eigen opdrachtenportefeuille).
De consument droomt ondertussen van een grotere woning voor minder geld met het comfort van een auto (centrale deurvergrendeling, airco, etcetera).
Waar blijft de ‘Henri Ford’ die de woningbouw op een industriële schaal wil aanpakken?

Prof. Dr. Ir. Jos J.N. Lichtenberg is hoogleraar productontwikkeling aan de TU/e faculteit Bouwkunde.
Voorts treedt hij op als innovatieadviseur bij bedrijven werkzaam in de bouw en is hij als partner verbonden aan A+, bureau voor bouwproductontwikkeling BV te Kelpen.

Bron: www.cobouw.nl