cpo projecten nieuwbouw
Gepubliceerd: 28-04-2019 Laatste update: 30-04-2019

CPO staat voor Collectief Particulier Opdrachtgeverschap. Bij CPO organiseren zelfbouwers zich in een rechtspersoon, meestal een vereniging.

CPO vereniging

De vereniging treedt op als opdracht­gever voor de ontwikkeling van een project met woningen en/of werkruimtes voor de leden. Kort voor de start van de bouw sluiten de leden van de vereniging een individuele aannemingsovereenkomst met het geselecteerde bouwbedrijf.

CPO bouwen

De belangstelling voor CPO bouwen is in de afgelopen tijd sterk gegroeid; steeds meer gemeenten verkopen CPO-kavels aan particuliere bouwgroepen. CPO kan worden ingezet voor het realiseren van alle denkbare woningtypologieën: vrijstaand, geschakeld (rijwoningen) en gestapeld (appartementen).

CPO betekenis

Met name groepen met bijzondere woonwensen (bijvoorbeeld duurzaam bouwen of seniorenwoningen), maar ook starters ontdekken CPO als mogelijkheid om woningen te realiseren waarin het reguliere aanbod niet voorziet. Door samen te ontwikkelen kunnen woningen bovendien goedkoper tot stand gebracht worden dan bij reguliere projectontwikkeling en individuele zelfbouw. 

CPO stappenplan

Bij het realiseren van een CPO project komt wel het een en ander kijken. Initiatiefnemers van een project moeten ondernemend zijn en over doorzettingsvermogen beschikken. Je hoeft natuurlijk niet in alle opzichten het wiel uit te vinden. Met ons stappenplan helpen we je een stukje op weg. 

Klushuizen

Een bijzondere variant van CPO zijn ‘klushuizen’; verouderde woningen die voor een beperkt bedrag worden verkocht met de verplichting voor de kopers de woning te renoveren. In de meeste gevallen worden de casco’s van de woningen  (dak, gevels, evt. fundering) gezamenlijk (in CPO) gerenoveerd. De afwerking en inrichting van afzonderlijke woningen wordt door de kopers individueel uitgevoerd. Het eerste project met kluswoningen dat landelijke bekendheid verwierf is het project De Dichterlijke Vrijheid in de wijk Spangen in Rotterdam. Omdat de verbeterkosten minimaal even hoog waren als de waarde van de woningen na verbetering, werden de woningen om niet verkocht. In de media werd daarom gesproken van ‘weggeefwoningen’.